Luie man – het verschil tussen oordelen en feiten
Ik heb nog nooit een luie man gezien;
Maar wel een man die nooit hard liep als ik hem zag
En wel een man die soms een middagdutje deed
En thuis bleef als het regende,
Maar het was geen luie man.
Voordat je me voor gek verklaart, denk even na:
Was die man wel lui, of is het ons eigen etiket?
Ik heb nog nooit een stom kind gezien;
Wel een kind dat soms dingen deed die ik niet begreep,
Of ze anders deed dan ik had verwacht.
Ik heb een kind gezien dat de plekken niet kende waar ik was geweest,
Maar het was geen stom kind.
Voordat je het stom noemt,
Denk even na: was het een stom kind,
Of wist het misschien weer andere dingen dan jij?
Overal heb ik gekeken,
Maar nergens heb ik een kok gezien.
Ik zag iemand die ingrediënten combineerde tot gerechten,
Iemand die het vuur hoog zette en het vlees braadde;
Dat heb ik gezien, maar geen kok.
Vertel me, als je kijkt,
Zie je dan een kok of iemand die iets doet wat wij koken noemen?
Wat sommigen van ons lui noemen,
Noemen anderen moe of ontspannen,
Wat sommigen van ons stom noemen,
Noemen anderen een verschil van inzicht.
Daarom is mijn conclusie dat het ons veel verwarring bespaart
Als we wat we zien niet verwarren met wat we ervan vinden.
En om je niet te verwarren, zeg ik nog:
Dit is slechts wat ik ervan vind.
Bron: Lied van Ruth Bebermeyer uit het boek ‘Geweldloze communicatie’ van Marshall Rosenberg